Een klassieker die bij vele mensen toch steeds lijkt te mislukken, zijn pannenkoeken. Supervaak zie je mensen in kookprogramma’s die problemen hebben met het bereiden van hun pannenkoek: te dik, te dun, te kleverig, … En dat terwijl het zo simpel is en ook best lekker! Meestal is het probleem niet zozeer het beslag, want dat is eenvoudig. Het is het bakken dat voor problemen zorgt. Een combinatie van de juiste hoeveelheid pannenkoekendeeg, het juiste blokje boter en een goede pan maken dat het goed komt.
Voor het deeg heb je nodig:
- 5 deciliter metlk
- 2 eieren
- 200 gram bloem
- een snuifje zout
Je kan er ook nog wat boter aan toevoegen, of vanillestokjes voor de smaak, maar dat is niet echt nodig. Mix alles bij elkaar in een kom of in de blender. De textuur moet smeuïg zijn, niet te lopend en niet te dik. Is het geheel te dik, voeg je nog wat melk toe, tot je een goed geheel hebt.
Nu komt het moeilijkste: correct bakken. Doe om te beginnen een blokje boter in de pan. Laat dit goed smelten, en giet daarna het overtollige vet in een klein kommetje of onderbordje. Leg er een borsteltje bij (je kan die als kwastjes in plastic vinden). Zet de pan op een zacht vuurtje.
Doe een stevige pollepel deeg in de pan. De pan zou moeten vol liggen, maar ook geen centimeter dik. Juist iets meer dan bedekt is het plan. Wacht met omdraaien tot de randen er wat krokant uit beginnen te zien.
Eens je de goede temperatuur hebt gevonden, moet je niets anders meer doen dan invetten, bakken, omdraaien en opnieuw invetten enz. Succes! Oefening baart kunst!